En weer komt Frankrijk met de schrik vrij: de kiezer maakt een ruk naar rechts maar niet naar uiterst rechts. Het is 29 maart 2015, de dag van de departementale verkiezingen. De stukken op het politieke schaakbord zijn verzet. De rechtse Union pour un Mouvement Populaire (UMP) krijgt twee derde van de departementen in handen, de regerende Parti Socialiste (PS) krijgt een flink pak slaag en het Front National (FN) wint maar verovert geen enkel departement. Een balans van de political minds in Frankrijk anno 2015.
Revolutie
In 1789 wisten ze het zeker: het moet anders! De Franse revolutie is het startschot voor een grote variatie aan staatsvormen gedurende de 19e eeuw. Uiteindelijk blijkt de republiek het meest geschikt, maar in welke vorm? Tijdens de Tweede wereldoorlog werkt generaal De Gaulle een staatsvorm uit die het midden houdt tussen het presidentiële stelsel van de Verenigde Staten en het Britse districtenstelsel. Deze Vijfde Republiek ziet in 1958 het daglicht. Sindsdien wordt de Franse politiek gedomineerd door een sterk uitvoerende macht met een rechtstreeks gekozen president.
Doordat kandidaten bij verkiezingen -naar Brits voorbeeld- minstens 50 procent van de stemmen nodig hebben, zijn vaak tweede rondes nodig, voor zowel presidentskandidaten als andere volksvertegenwoordigers. In dat geval zijn allianties onontbeerlijk met andere partijen om een meerderheid voor de resterende twee –soms drie of vier- kandidaten te halen. Het ontelbaar aantal Franse partijtjes verzamelt zich dan rondom het linkse blok van de PS of het rechtse blok van de UMP. Uiteindelijk lijkt Frankrijk in de praktijk op een tweepartijenstelsel zoals de VS en het Verenigd Koninkrijk dat kennen. Eén partij is tot nu altijd uitgesloten van dergelijke allianties, ook al behaalt het relatief veel stemmen in de eerste ronde: het Front National. Dit “systeem UMPS” (in de woorden van Marine Le Pen) houdt een echte doorbraak van het FN tegen.
Economische crisis
De PS levert na François Mitterrand een andere François als president sinds mei 2012: Hollande, het meeste impopulaire staatshoofd in de geschiedenis van de Vijfde Republiek. Het is aan hem het land uit de economische crisis te trekken, wat veel geduld van de Fransen vergt en hem dwingt op allerlei verkiezingsbeloften terug te komen. Hoewel zijn regering redelijk wat Brusselse maatregelen in een light versie overneemt, blijft het economisch herstel uitermate fragiel. Er is lichte economische groei, de buitenlandse investeringen nemen toe, iets meer koopkracht en de hoge arbeidskosten dalen. De belastingen blijven echter hoog en er komen onvoldoende banen bij. Frankrijk is met Finland het enige EU land waar de werkloosheid nog toeneemt: dat bungelt zo rond de 10 en 11%. De persoon Hollande wordt als weinig daadkrachtig ervaren. De man die er op voorstaat heel normaal te zijn, probeert met zijn grapjes (“monsieur petites blagues”) zich uiterlijk stoicijns op het politieke slagveld staande te houden.
In maart 2014 benoemt hij Manuel Valls tot zijn eerste minister. Het beleid van deze genaturaliseerde Spanjaard wordt door tegenstanders in zijn eigen partij als sociaalliberaal bestempeld, mede omdat hij een pact met werkgevers sluit en niet uitsluitend voor de rechten van werknemers opkomt. Dat is ongekend in Frankrijk, waar nooit een equivalent van Tony Blair en een “derde weg” was: de linkervleugel zit naar Nederlandse begrippen nog erg in een jaren zeventig beleving. Er is een handvol linkse opstandelingen binnen de PS, waardoor Valls vaker zijn knopen moet tellen voor een meerderheid in het parlement. Het linkse blok is dus verdeeld over de aanpak, maar Hollande en Valls kunnen doorregeren, al neemt het politieke draagvlak af. 2015 is voor hen cruciaal: indien het economisch herstel overtuigend inzet, is het duo gered en een tweede termijn voor Hollande mischien nog haalbaar.
Overlopen
De Franse kiezer opereert sinds de jaren negentig heel consequent bij verkiezingen. Ieder keer wordt overgelopen van de regerende partij naar de oppositiepartij, ongeacht in welke staat de oppositiepartij verkeert. De grootste oppositiepartij is de UMP, die sinds november 2014 weer wordt geleid door oud-president Nicolas Sarkozy. Hij maakte daarmee zijn comeback na de nederlaag tegen Hollande in 2012. Na een ingewikkelde machtstrijd staat Sarkozy weer aan het roer, maar voor hem geldt: love him or hate him. Berucht om zijn agressieve debatstijl, schampere lachje en de tic met zijn schouder, kunnen veel Fransen hem niet uitstaan. Zijn populariteit is sinds zijn terugkeer bovendien afgenomen omdat hij niet in staat is een alternatieve economische politiek voor te leggen. Immers, grosso modo doet Hollande wat Brussel voorschrijft en er blijft weinig over om zich op te profileren: ook rechts heeft in Frankrijk niet de gewoonte fors te bezuinigingen of verregaand in het overheidsapparaat te snijden.
Sarkozy is tussen de bedrijven door ook nog verwikkeld in een tiental rechtszaken naar aanleiding van verschillende politieke affaires. Hoewel de voormalige advocaat in zijn lange politieke carrière nog nooit veroordeeld is, hangt dit wel als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd, al maken Fransen zich daar minder druk om dan de moralistische Nederlanders zouden doen. Daarnaast is zijn positie binnen de UMP niet onbetwist, doordat oud-premier Fillon en vooral de burgemeester van Bordeaux, Alain Juppé, zich nu al gekandideerd hebben als UMP kandidaat voor de presidentsverkiezingen in 2017. Juppé mikt op het gematigde deel van de partij en het politieke midden, Sarkozy richt zich meer op conservatief rechts. De grote verkiezingswinst versterkt de positie van Sarkozy binnen de UMP en dus ook zijn kansen om als UMP presidentskandidaat naar voren te worden geschoven. Volgens peilingen zou 75% van alle Fransen echter zijn kandidatuur onwenselijk vinden.
Proteststemmen
Van alle onvrede profiteert het FN, die om het hardst roept tegen elke regeringsmaatregel te zijn zonder enige tegenvoorstellen. De partij vergaart zo veel proteststemmen, met name aan de zuidkust en de vroegere industriële – maar nu arme- gebieden in het Noorden. Het familiebedrijf FN wordt geleid door Marine Le Pen, die probeert de partij te normaliseren. Dat was onder de leiding van haar inmiddels 86-jarige en nog steeds politiek actieve vader Jean-Marie Le Pen onmogelijk, zeker nadat hij in de jaren tachtig de Holocaust een detail noemde. Marine let beter op haar woorden en is niet op antisemitische opmerkingen betrapt. Het FN is niet bij uitstek antimoslim zoals de PVV, al stelde Le Pen wel verschillende keren halalmaaltijden in scholen aan de kaak. De partij heeft sinds 2012 slechts twee parlementsleden, waaronder het nichtje van Marine, Marion Le Pen-Marechal.
De groeiende populariteit van het FN komt echter pijnlijk aan het licht in 2014 bij de gemeenteraadsverkiezingen, als de partij 12 burgemeesters binnenhaalt: weliswaar geen grote steden en op een aantal van ruim 36.000 gemeenten is het bescheiden, maar de kentering is ingezet. Twee maanden later wordt FN de grootste groep van het Franse smaldeel in het Europees parlement, dat overigens met evenredige vertegenwoordiging gekozen wordt, zoals in Nederland. 23 van de 74 Franse zetels worden bezet door de partij die geen Europese samenwerking wil en geen euro. Dit is tot nu toe hun grootste overwinning onder Marine Le Pen, die zich samen met een uitdijende en professionelere partijorganisatie langzaam wortelt in de Franse samenleving.
Presidentsverkiezingen
Uiteindelijk doen al deze verkiezingen er minder toe, want er is maar één echt grote politieke krachtmeting: de presidentsverkiezingen van 2017. Het is zeker dat Marine Le Pen de kandidaat is voor het FN. Logischerwijs is Hollande de kandidaat voor de PS, tenzij zijn politiek zo catastrofaal uitpakt dat een ander het stokje moet overnemen. Dat zou dan Manuel Valls moeten zijn, die ondanks zijn rechtse imago nog relatief populair is onder alle Fransen. De UMP zal ten slotte Sarkozy of Juppé voordragen.
Er wordt nu vaak gevreesd voor een overwinning van Le Pen. Dat zal niet snel gebeuren. De Franse kiezers laten uiteindelijk hun stem bepalen door degene die de meeste autoriteit heeft om ’s lands hoogste functie op zich te nemen: inhoud is daarbij ondergeschikt aan de persoon. Juppé zou in die zin goede papieren hebben. Echter, wie heeft een dergelijke autoriteit indien de Fransen hetzelfde trio als in 2012 -Hollande, Sarkozy en Le Pen- krijgen voorgeschoteld? Gezien de aversie tegen Sarkozy, het weinig effectieve beleid van de slappe Hollande, kan de wanhoop toeslaan en kan Marine Le Pen in de tweede ronde tegenover één van beide heren komen te staan. Op dat moment zal het gezond verstand weer zegevieren en zal de Franse kiezer uiteindelijk toch maar weer zuchtend en steunend voor de “UMPS” kiezen.
Het bericht A voté! Sarkozy wint in aanloop naar 2017 verscheen eerst op Political Minds.